2e Bestuursrapportage 2019

Meerjarig begrotingssaldo

(bedragen x € 1.000, V=Voordeel, N=Nadeel)

2019

2020

2021

2022

2023

1.

Saldo primaire begroting 2019

-1.210

N

-

-

-

-

2.

Saldo meerjarenbegroting 2020-2023 (concept)

-

676

V

619

V

88

V

833

V

3.

Begrotingswijzigingen t/m september 2019

-1.224

N

-

-

-

-

4.

Resultaat 2e bestuursrapportage 2019

827

V

-120

N

-138

N

-162

N

-167

N

Saldo meerjarenbegroting incl. 2e bestuursrapportage en septembercirculaire

-1.607

N

556

V

481

V

-74

N

666

V

Zoals in de inleiding al gemeld sluit de 2e bestuursrapportage in 2019 met een voordelig resultaat van
€ 827.000. Dit voordeel is vooral  het gevolg van positieve effecten in met name de meicirculaire. De septembercirculaire laat voor 2019 een nadeel zien maar in meerjarig perspectief lijkt opnieuw sprake te zijn van voordelen van € 739.000 in 2020 oplopend naar een voordeel in 2023 van € 1.384.000. De afwijkingen in de septembercirculaire tonen opnieuw de gevoeligheid aan van het systeem "samen de trap op, samen de trap af". Vanwege deze gevoeligheid en het kader van reëel begroten worden deze middelen ingezet voor het terugdringen van de schuldenlast en niet ingezet voor nieuw beleid. Een en ander ook in lijn met het amendement dat u bij de kadernota 2020 – 2023 heeft aangenomen.

Alle overige afwijkingen die het college in deze bestuursrapportage meldt, worden bijna volledig opgevangen binnen de totale begrotingsomvang. Het resultaat van deze tweede bestuursrapportage ligt dan ook in lijn met de verwachtingen die het college uitsprak op basis van de eerste bestuursrapportage.

In meerjarig perspectief laat deze 2e bestuursrapportage structurele nadelen zien van ruim € 100.000. Deze nadelen vangt het college op binnen de begrotingsruimte die ontstaat indien de begroting 2020 -2023 die het college onlangs naar de gemeenteraad heeft gestuurd ongewijzigd wordt vastgesteld.

Na verwerking van de tweede bestuursrapportage resteert voor 2019 nog een negatief begrotingsresultaat van € 1.607.000. In dit saldo verwerkt het college niet de meevallers die mogelijk ontstaan op het moment dat de aanvraag voor de compensatieregeling jeugdhulp door het Rijk wordt gehonoreerd (maximaal € 1.400.000)  en een eventueel te ontvangen bedrag uit de regionale risicodelingsafspraken (pm). De vergoedingen die we op grond van deze regeling/ afspraken achteraf ontvangen zijn gebaseerd op de uitgaven van het jaar 2018. (zie voor deze meevallers ook de toelichting binnen programma 5).

ga terug